- stellen
- {{stellen}}{{/term}}1 [algemeen]mettre2 [in de gewenste stand brengen] régler3 [doen, uiten; voorschrijven] faire4 [veronderstellen] supposer (que) 〈+ aantonende wijs〉5 [beweren] affirmer6 [+ op][begroten] estimer (à)♦voorbeelden:2 een machine stellen • régler une machine4 stel een druk P en een volume V • soit une pression P et un volume Vstel, dat dit zo is • supposons qu'il en soit ainsi5 wat stelde hij daar zoëven? • qu'est-ce qu'il vient d'affirmer?6 het verlies wordt op ƒ 5000,- gesteld • les pertes sont estimées à 5000 florins¶ het is er lelijk mee gesteld • ça ne promet rien de boniets als onwaarschijnlijk stellen • considérer qc. comme très peu vraisemblableik kan het hier niet alleen stellen • je n'y arriverai pas tout seulhet niet kunnen stellen zonder iemand, iets • ne pas pouvoir se passer de qn., de qc.〈Algemeen Zuid-Nederlands〉 zich in iets stellen • se résigner à qc.het goed stellen • aller biengoed stellen • avoir un bon stylehoe is het gesteld met zijn vrouw? • comment va sa femme?zijn eigen belang hoger stellen dan dat van een ander • faire passer ses propres intérêts avant ceux des autreshet is niet zo best met hem gesteld • ça ne va pas très bien pour luiveel te stellen hebben met iemand, iets • avoir fort à faire avec qn., qc.
Deens-Russisch woordenboek. 2015.